maandag 5 juli 2010
2 weken met Mama
Dinsdag 22 juni.
Vandaag naar Suriname. Mijn vlucht vertrekt om 9.00 uur Ned. tijd, om 13.00 uur plaatselijke tijd land ik op Zanderij. Het duurt even voordat ik mijn koffer heb, maar om kwart over twee sta ik eindelijk buiten. De bekende tropische hitte komt me tegemoet. Achter de afrastering zie ik Sanne zwaaien, en ik ren naar haar toe. Ik ben blij haar te zien! Met de taxi rijden we naar de Mingdoelmanstraat, ons adres voor de komende twee weken. Sanne heeft al een heel programma in elkaar gezet, dus we zullen ons niet vervelen. Ook zal zij nog het nodige moeten doen voor school, momenten die ik kan gebruiken om heerlijk uit te rusten, te lezen etc.
Als eerste zullen we op woensdag 23 juni vertrekken naar Matapica. Het is een plek waar veel schildpadden aan land komen om eieren te leggen.
De rit er naar toe is al een beleving op zich. Een groot deel gaat per boot. We varen door een moerasgebied, en het is er prachtig. Een deel lijkt een beetje op de Biesbosch, verder komen we door een groot vennengebied, met velden van waterlelies. Hier en daar zien we ook mangrovebos. Eenmaal in Matapica lummelen we de dag door in een hangmat met ’n boek. Dit is volgens mij zoals vakantie bedoeld is. ’s Avonds maken we een strandwandeling, op zoek naar schildpadden. We zitten aan het eind van het legseizoen, en dat is te merken. We zien één [soep]schildpad, die haar nest al aan het dichtmaken is. Ook een [leatherback]schildpad op terugtocht wordt gesignaleerd. Verder geen grote activiteiten op het strand, helaas. Wel staan we plotseling midden tussen de kleine schildpadjes, achter onze rug is en nest uitgekomen. We nemen er ’n paar mee, zodat we die de volgende dag kunnen fotograferen voordat ze in zee worden gezet.
Helaas zien we ook op donderdag geen schildpadden. We zetten de jonkies bij de zee, en dapper gaan ze het wilde water in. Echte een mooi gezicht. Tegen het middaguur doen we de bootreis in omgekeerde richting, opnieuw geniet ik. Eenmaal terug ik Paramaribo gaat Sanne voetballen kijken, ik blijf lekker in het appartement.
Vrijdag 25 juni gaan we naar de stad om Carlijn te ontmoeten. Zij werkt in het ziekenhuis, en meldt dat ze vanaf een uur vrij is. We gaan “gewoon winkelen” en drinken lekkere ijskoffie. Om vijf uur vertrekt Carlijn richting Lelydorp, nadat we een afspraak hebben gemaakt om a.s. zondag bij haar op bezoek te komen.
Zaterdag 26 juni: vandaag hebben we een afspraak met Shanta en Moon, we gaan met hun naar de bekende Colakreek. Dit is en zwemgebied net achter Zanderij, dus een behoorlijk eind rijden van Paramaribo. Het eerste deel doen we met het openbaar vervoer. Vanaf de Mon Plaisirweg [ongeveer ’n half uur met de bus] gaan we met de auto. Vanaf daar is het nog wel bijna een uur rijden. Eenmaal bij de Colakreek duiken we in het [inderdaad colabruine] water. Heerlijk verfrissend. Sanne en ik hebben gelukkig een boek bij ons, want verder is er niet veel te beleven. Shanta heeft voor heerlijk eten gezorgd. Om half vijf worden de spullen ingepakt en rijden we terug. We worden - heel luxe - door Shanta bij ons appartement afgezet.
Zondag 27 juni: vandaag gaan we naar de schoonfamilie van Carlijn. We zullen elkaar ontmoeten bij Lelydorp, dus we vertrekken al vroeg met de bus. Onderweg stoppen we nog even bij de zondagsmarkt. Bij Lelydorp ontmoeten we Carlijn en Jean Pierre. We stappen in de auto, en tot onze verassing gaan we niet naar het huis van J.P., en ook niet direct naar Witzantie, waar ze een stukje grond hebben. We rijden bijna 2 uur en komen uit bij het Brokopondomeer, het grote stuwmeer [volgens Sanne zo groot als de provincie Utrecht, J.P. weet niet hoe groot het is]. Hiervoor heeft men een aantal jaren geleden een aantal dorpen opgeofferd, en er is een grote krachtcentrale gebouwd. Veel mensen zijn er niet, er is ook niet veel te doen. Er zijn ’n stuk of 5 Chinese vissers, meer niet. Na 20 minuten rijden we het hele stuk weer terug, en komen dan uiteindelijk bij Witzantie aan. We worden hartelijk begroet door Joan en Roël.
We hangen wat in de hangmat en lezen wat. Om half vijf gaan we weer richting P.bo.
Op maandag 28 juni gaan we naar de Jodensavanne. We worden om 9 uur bij ons appartement opgehaald. Eerst gaan we met de auto, daarna met de boot over de Surinamerivier. Onderweg zien we diverse bezienswaardigheden. Ook stoppen we om te lunchen en te zwemmen bij Ayo. De Jodensavanne is en oude plantage, vroeger eigendom van Portugese joden en hun [ook joodse] slaven. De synagoge is helemaal verwoest. Ook is er een verwaarloosd kerkhof. Het ziet er allemaal een beetje triest uit.
De terugvaart onder een dreigend wolkendek houden we gelukkig droog. Achter ons valt de regen. Op de verjaardag van Lennard, dinsdag 29 juni doen we niet zoveel. Sanne is een groot deel van de dag niet thuis. ’s Avonds gaan we uit eten met Carlijn en J.P. in een heel luxe restaurant: the garden of Eden. Ook op woensdag doen we niets spectaculairs, Sanne werkt voor school, en ’s avonds gaan we met de 2 klasgenoten van Sanne “hotpotten”, wat zoiets is als chinees fondue. Donderdag 1 juli is het Keti Kotidag. Dit is “De dag van alle vrijheden”. In het centrum van P.bo is een braderie. Dit komt neer op zo’n 50 kraampjes waar ze ongeveer hetzelfde verkopen: hetzij houten sierraden en creoolse doeken, hetzij etenswaren en schaafijs. We lopen wat rond, en ik bewonder de fraai uitgedoste dames. Ik zie veel vrouwen in de bekende “tante Es”-jurken. Ook heel kleine meisjes worden zo aangekleed. Helaas zie ik ook wanstaltig dikke konten en hangbuiken in te kleine leggings, met bijbehorende borsten in veel te kleine hemdjes.
Vrijdag 2 juli: vandaag gaan we op trip naar Menimi. We hebben besloten om te gaan vliegen. De weg er naar toe is erbarmelijk slecht. Helaas kunnen we alleen de heenreis per vliegtuig, want we gaan terug op zondag en dan wordt er op deze bestemming niet gevlogen. We melden ons om tien uur op het kleine vliegveldje Zorg en Hoop. We zullen om elf uur vliegen. Helaas wordt dit twaalf uur, zonder uitleg of verontschuldiging. Het blijkt dat we in een superklein vliegtuigje zullen vliegen. Er kunnen naast de piloot nog 4 passagiers mee. Het is een geweldige vlucht. We vliegen op zo’n 750 m. hoogte. De vlucht duurt bijna een uur, en Sanne en ik genieten met volle teugen. We landen op een grasveldje, waar we ontvangen worden door dhr Mandje, de eigenaar van Menimi. [Menimi betekent: herinner mij.] Het is een mooi stukje land aan de boven -Surinamerivier. Hij heeft plaats voor 45 gasten, nu zijn we met z’n zessen. Wij hebben een klein hutje, met een 2persoons en een 1persoonsbed. Douche en toilet zijn 15 meter verderop. De omgeving is prachtig, en daar moet Mandje het dan ook van hebben. Helaas is het nu regenseizoen, dus de rivier staat heel hoog. Een groot deel van zijn erf staat onder water. We kunnen niet echt lekker zwemmen in de rivier. Bij laag water liggen er rotsblokken droog, waarop je kunt liggen en waarbij je kunt zwemmen.
Op zaterdag gaan we het geboortedorp van Mandje bezoeken: Goejaba. Het is het grootste dorp aan de rivier, 1200 inwoners. Er staan 2 scholen, verder is er niets. Ik verbaas mee opnieuw over de verschrikkelijke rommel waarin deze mensen leven. Het erf van bijna elke hut ligt bezaaid met afval, zowel plastic flesjes als kalebasschillen, kokosnoten etc. Bij de weinige hutjes waar we binnen kunnen kijken is het niet veel anders, de rotzooi van buiten lijkt zich binnen voort te zetten. Er is een dorpskraan, geschonken door een aantal Rotaryclubs, maar de vrouwen doen hun was èn afwas in dezelfde rivier als waarin ze hun behoefte doen en hun kinderen zwemmen. Gelukkig is dit dorp helemaal niet ingesteld op toeristen, dus worden we met rust gelaten.
Op zondag is de terugreis. Eerst 'n uurtje per boot, daarna 5 uur in een bus over een slechte weg vol gaten. Om vijf uur zijn we weer terug in ons appartement.
Komende dagen gaan we nog de laatste spullen kopen en dan.... Zit het er alweer op. De 5 maanden zijn ontzettend snel gegaan maar ik heb van iedere minuut genoten. Een geweldige ervaring!!
Tot binnenkort.
Liefs
Els en Sanne
Abonneren op:
Posts (Atom)